Op 6 april verschijnt de nieuwste bundel uit de serie Annalen van het Thijmgenootschap met kritische reflecties op de relatie tussen religie en geweld.

Veel liberale denkers en ook het grote publiek zien tegenwoordig religie als bron van geweld. Religie, zo zegt men, vraagt om exclusieve toewijding en overgave en eist onvoorwaardelijke instemming met absolute waarheidsaanspraken die irrationeel zijn

. Daarmee sluit religie elk redelijk debat uit, zowel intern als met andersdenkenden, en zet het aan tot onverdraagzaamheid en uiteindelijk tot gewelddadige vernietiging of gedwongen bekering van ‘de ongelovigen’.

De gezaghebbende bronnen en de geschiedenis van de godsdiensten zouden die intrinsieke gewelddadigheid illustreren. Zo gaat min of meer of de redenering en zo is de beeldvorming. En niet geheel ten onrechte.

De bijdragen in deze bundel gaan in op de relatie tussen religie en geweld. Hoe kunnen gelovigen omgaan met de gewelddadige teksten in de Bijbel? Zijn de gangbare voorstellingen van Kruistochten en Inquisitie historisch betrouwbaar? Hoe wordt de ‘jihad’ uitgelegd in de islam? En zijn monotheïstische godsdiensten inherent gewelddadig of niet? 

*

God tussen oorlog en vrede verschijnt als aflevering 106.1 in de reeks Annalen van het Thijmgenootschap bij Valkhof Pers.
ISBN 978 90 5625 496 4
Prijs €17,50

Leden krijgen de bundels automatisch thuisgestuurd. Ook lid worden?

*

Frank G. Bosman en Harm Goris 

GODDELIJK GEÏNSPIREERD GEWELD

Klaas Spronk

BIJBEL EN GEWELD. HET VOORBEELD VAN SAMSON 

Pierre van Hecke

OVER BIJBELSE GEWELDSTEKSTEN EN WAAROM

Daniela Mueller en Gian Ackermans

CHRISTENEN IN CONFLICT. OVER KRUISTOCHTEN EN INQUISITIE

Jan Jaap de Ruiter

RELIGIE EN GEWELD: DE ISLAMITISCHE JIHAD

Adelbert Denaux

HET CHRISTELIJKE MONOTHEÏSME TEGEN HET GEWELD. EEN RECENT DOCUMENT VAN DE INTERNATIONALE THEOLOGISCHE COMMISSIE

Rudi te Velde

ECHTE RELIGIE MOET ENIGERMATE PIJN DOEN. OVER HET GEWELDDADIGE POTENTIEEL VAN RELIGIE, TOEGELICHT AAN PASCAL

Paul Cliteur

GOD WIL OORLOG

Theo de Wit

LIEFDE, RECHT, RELIGIE: DANGEROUS LIASONS

Samenvattingen van: Frank G. Bosman en Harm Goris (red.) God tussen oorlog en vrede. Kritische reflecties op de relatie tussen religie en geweld. Annalen van het Thijmgenootschap jaargang 106 (2018), aflevering 1

Frank G. Bosman en Harm Goris: GODDELIJK GEÏNSPIREERD GEWELD

In dit inleidend artikel wordt eerst ingegaan op de tegenwoordig wijdverbreide idee dat religie, en met name monotheïstische religie, inherent gewelddadig is. De Duitse egyptoloog Jan Assmann (geb. 1938) wordt vaak gezien als de geestesvader ervan, maar het heeft oudere wortels. Gelovigen reageren op verschillende manieren op de aanklacht. Sommigen negeren het, anderen ontkennen dat religieus gemotiveerde geweldplegers echte gelovigen zijn. Gewelddadige teksten in bijvoorbeeld de Koran en de Bijbel worden ‘wegverklaard’ door te wijzen op hun historische ontstaansachtergrond, die nu niet meer relevant zou zijn, of heel sterk afgezwakt met als argument dat het overgrote deel van Bijbel en Koran vredelievend is. Hetzelfde doet men met geweld in de geschiedenis van de eigen traditie. Heel overtuigend en succesvol zijn deze strategieën niet. Het is vruchtbaarder, eerlijker en uitdagender om het geweldspotentieel van de eigen religie onder ogen te zien. De overige bijdragen in de bundel proberen dat te doen.  

Klaas Spronk: BIJBEL EN GEWELD. HET VOORBEELD VAN SAMSON

De gewelddadige figuur van de Bijbelse Simson kent vele gezichten in onze cultuur: Simson als mooie, sterke, charismatische leider, als het slachtoffer van de sluwe Delila en zijn obsessie voor haar, als toonbeeld van de lijdende, geknechte en blindgemaakte man van God. Na de aanslagen van 9/11 is het beeld van Simson als zelfmoordterrorist echter dominant geworden: hij vernietigt drieduizend Filistijnen door de zuilen van de tempel van Dagon omver te duwen en komt daarbij ook zelf om het leven. In een recente enscenering door de Vlaamse Opera van Saint-Saëns Samson et Dalila, verschijnt hij als Israëlische terrorist met een bomgordel om. Spronk wijst erop dat de Simsoncyclus verschillende lagen heeft. Het is onduidelijk wie goed en slecht is, de Filistijnen worden immers door God gezonden als straf voor Israëls ontrouw. Simson is ook niet de goede leider: hij is wispelturig en lost het probleem met de Filistijnen niet op. Als God erbij komt, aldus Spronk, worden geen oplossing gegeven, maar worden de moeilijke vragen gesteld. Ook aan moderne westerlingen, die zelf meestal nauwelijks ervaring met geweld hebben.

Key words: Bijbels geweld, Simson, Bijbelse hermeneutiek

Pierre van Hecke: OVER BIJBELSE GEWELDSTEKSTEN EN WAAROM ZE TE LEZEN. ENKELE HERMENEUTISCHE EN THEOLOGISCHE OVERWEGINGEN

Deze bijdrage bespreekt drie punten voor het gelovig omgaan met bijbelse geweldsteksten. Ten eerste moeten hun tekstuele en historische context erbij betrokken worden. Als voorbeeld neemt Van Hecke het verhaal over de uitlevering door David van zeven nakomelingen van Saul aan de Gibeonieten, die hen vervolgens ophingen. Vergelijking met niet-bijbelse bronnen laat zien dat het hier gaat om politieke onderhandelingen tussen twee partijen na het schenden van een verdrag en niet om het uitvoeren van willekeurige geboden van een wrede God. Ten tweede kritiseert het artikel de gangbare interpretatie van de these van Assmann. Historisch onderzoek wijst uit dat het monotheïsme zich gaandeweg van binnenuit ontwikkeld heeft vanuit de idee trouw te willen zijn aan de ene God en niet van bovenaf is opgelegd om de goden van andere volken te elimineren. De derde vraag is: hoe kunnen gelovigen nu met geweldsteksten in de Bijbel omgaan? Naast het lezen van die teksten binnen het geheel van de Bijbel, moet ook de lezing door de hedendaagse geloofsgemeenschap en door de eigen traditie erbij betrokken worden. Dat geeft echter geen absolute garantie tegen door geweld vervormde lezingen. Het is heel bijbels te erkennen dat geweld in iedere mens schuilt. Bovendien mag het gevaar van gewelddadigheid niet de radicaliteit en morele onverschrokkenheid van het geloof tenietdoen.

Daniela Mueller en Gian Ackermans: CHRISTENEN IN CONFLICT. OVER KRUISTOCHTEN EN INQUISITIE

Deze bijdrage presenteert een genuanceerd beeld van de klassieke culturele iconen van christelijk geweld: de kruistochten en – vooral – de inquisitie. Naast gedegen bronnenonderzoek roept het artikel ook op tot een soort historische empathie. Kunnen we proberen te kijken met de ogen van de mensen van toen? Dat is niet gemakkelijk en lukt nooit helemaal, maar enige empathie biedt wel een tegenwicht tegen ‘presentisme’, tegen het al te eenvoudig en overhaast oordelen over het verleden vanuit onze eigen hedendaagse normatieve opvattingen. Veel middeleeuwers zagen bijvoorbeeld de kruistochten als geloofsverdediging en men was ook bereid zelf daarvoor te sterven. De inquisitie heeft in de moderne westerse cultuur wellicht een nog slechtere pers dan de kruistochten. Dat is niet helemaal ten onrechte. Maar er zijn ook andere kanten. Zo veranderde de inquisitie veel vroegere praktijken in de rechtspraak en deze veranderingen vonden hun weg naar het moderne procesrecht. Bovendien komt de negatieve beeldvorming rond de inquisitie deels ook op conto van anti-Spaanse oorlogspropaganda bij toenmalige politieke tegenstanders, zoals Engeland, de Verenigde Nederlanden en Italië. Ten slotte willen de auteurs ook hier iets oproepen van de welgemeende intenties: ‘Ons mag een uitsluitend religieuze verstaanswijze misschien bevreemden, maar aan de weigering [van de inquisiteurs] een compromis te zoeken lag fundamenteel de zorg om het zielenheil ten grondslag.’

Jan Jaap de Ruiter: RELIGIE EN GEWELD: DE ISLAMITISCHE JIHAD

Dit artikel gaat in op geweld zoals gelegitimeerd door het islamitische begrip jihad. Eerst beschrijft de auteur hoe verschillende traditionele islamitische bronnen de term verstaan. Daarna bespreekt hij de interpretatie van ‘jihad’ door salafistische en jihadistische stromingen, met name Islamitische Staat, en de reacties daarop door hedendaagse moslimautoriteiten wereldwijd. Het blijkt dat bijna alle islamitische gezagsdragers, ook al keuren ze het geweld zelf vaak af, weigeren om de jihadisten van IS expliciet te veroordelen als niet-moslims of ongelovigen, terwijl IS dat omgekeerd wel doet. Volgens de auteur erkennen de moslimautoriteiten door deze weigering feitelijk dat ‘de islam van Islamitische Staat een vorm van islam is en haar aanhangers (…) moslims’.

Adelbert Denaux: HET CHRISTELIJKE MONOTHEÏSME TEGEN HET GEWELD. EEN RECENT DOCUMENT VAN DE INTERNATIONALE THEOLOGISCHE COMMISSIE

Deze bijdrage bespreekt het document ‘De drie-eenheid van God en de eenheid van de mensheid. Het christelijke monotheïsme tegen het geweld’ uit 2014 van de Internationale

Theologische Commissie (ITC). De ITC is een adviesorgaan van de Vaticaanse Congregatie voor de Geloofsleer waarvan de auteur tot 2013 zelf lid was. Het document antwoordt op de vraag van paus Benedictus XVI uit 2009 om verheldering van de term ‘monotheïsme’ naar aanleiding van de idee dat monotheïsme exclusivistisch, onverzettelijk, intolerant en dus intrinsiek gewelddadig zou zijn. De auteur vat de tekst per hoofdstuk samen met zijn eigen commentaar erbij. De commissie hanteert een christelijk, theologisch binnenperspectief en wil van daaruit een ‘beargumenteerd getuigenis’ geven. Het doel van de tekst is volgens Denaux een inhoudelijke onderbouwing te geven van het verband tussen Gods openbaring in Christus en een geweldloos humanisme. Geweld, zo wordt betoogd, is vrucht van de zonde en treft ook God zelf in de lijdende Christus. Maar de liefde tot macht wordt overwonnen door de macht van de liefde. Het document stelt dat het christelijk geloof de uitoefening van geweld in naam van God beschouwt als ‘een radicale corruptie van de religie’.

Rudi te Velde: ECHTE RELIGIE MOET ENIGERMATE PIJN DOEN. OVER HET GEWELDDADIGE POTENTIEEL VAN RELIGIE, TOEGELICHT AAN PASCAL

Volgens de filosoof Žižek is een volstrekt vreedzame religie geen echte religie. De moderne kitscherige of sentimentele ‘verlieving’ van religie maakt haar tandeloos en draagt bij tot haar irrelevantie in de huidige cultuur. Deze bijdrage sluit aan bij de stelling van Žižek. Zeker kan religie een taal en een gedrevenheid geven bij conflicten die feitelijk op andere terreinen liggen, zoals sociaal-economische en politieke achterstelling. Maar er is ook een intrinsiek verband tussen geweld en religie. De reden daarvoor is dat echte religie ook ‘de harde en pijnlijke kant van het bestaan toelaat’. De auteur werkt dat uit aan de hand van de Pensées van Blaise Pascal (1623-1662). Dit geschrift laat een typisch moderne, onbemiddelde,  geïndividualiseerde vorm van religie zien, die zich niet meer goed verstaat met de klassieke, door de traditie bemiddelde, collectieve, gesymboliseerde vormen van religie. Pascals religie is geworteld in een individuele ervaring van een existentiële breuk en absoluut menselijk tekort, maar mist de dempende vormgeving van de traditie. Ook al is Pascal eenzijdig en extreem, hij laat wel zien dat religie ook altijd de zwarte kant van het menselijk bestaan aan de orde stelt en zo een zeker geweldspotentieel in zich bergt.

Paul Cliteur: GOD WIL OORLOG

De auteur argumenteert dat ook een atheïst op basis van openbare openbaringsbronnen, zoals de Bijbel, aan een ‘behoorlijke dosis godskennis’ kan komen; zulke kennis is volgens hem van groot belang om hedendaags politiek religieus geweld, oftewel ‘theoterrorisme’, te begrijpen. De bijdrage geeft een visie op theoterrorisme in het kader van een wereldwijde cultureel-ideologische botsing tussen enerzijds fundamentalistische religies en anderzijds de moderne liberale democratie.

Theo de Wit: LIEFDE, RECHT, RELIGIE: DANGEROUS LIASONS

Deze bijdrage begint bij de spanning tussen rede en wil in de fundering die Tertullianus

(ca. 160-220) geeft voor recht en moraal. Tertullianus lijkt een ‘decisionist’; hij lijkt recht en moraal te funderen in Gods soevereine, arbitraire wil. Maar dat is niet terecht. Gods geboden zijn bij hem nog ingebed in een door Gods scheppende wijsheid bepaalde werkelijkheidsorde. Dat verandert in de late middeleeuwen wanneer theologen nadruk leggen op Gods absolute almacht, ook in morele zin, en Gods vrije wil. Dat loopt uit op het moderne politieke soevereiniteitsbegrip van Hobbes dat niet de waarheid maar de wil van de soeverein de wet bepaalt. Het democratisch principe dat de meerderheid beslist, berust hierop. Paul Kahn stelt dat democratie niet alleen ‘rationele rechtvaardigheid’ nodig heeft in de vorm van publieke wetgeving, instituties en morele oordelen, maar ook een zekere ‘buitenrationele wil’ in de vorm van persoonlijke liefde tot en offerbereidheid voor de concrete gemeenschap. De politieke relatie tussen deze rechtvaardigheid en liefde kan verschillende vormen krijgen: ze kunnen elkaar versterken, de eerste kan de tweede bestrijden of omgekeerd, en ten slotte kan de liefde de wet overstijgen. Deze vormen worden in het artikel uitgewerkt. De christelijke, eschatologische hoop is dat de particuliere liefde zich uiteindelijk uitstrekt tot de universele mensheid.