Door: Donald Loose

Voor één keer geen jammerklacht over wat er allemaal misgaat met de universiteit maar een poging – een essay – te verwoorden waar een universiteit voor dient te staan.

De achttiende-eeuwse Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant splitst de vraag ‘Wat is de mens?’ op in drie deelvragen: wat kan ik kennen? wat moet ik doen? en wat mag ik hopen? De integrale opdracht van de universiteit is geen van de drie vragen ontlopen: kennis bieden, verantwoordelijkheid bewust maken en een zekere hoop bieden.

We kunnen het functioneren van de universiteit namelijk niet losweken uit de democratische context waarbinnen ze functioneert en ten opzichte waarvan ze ook verantwoordelijkheid draagt, in het bijzonder waar nieuwe media zich als alternatieve informatiebron opwerpen. Ondanks de greep van economie en techniek op de hedendaagse universiteit blijft de hoop terecht dat uitgerekend een universitaire kritische geest ons kan behoeden voor nieuwe vormen van ideologie en kan bijdragen tot een vorm van een gelukt leven en een zinvol bestaan in een mondiale context. De oorspronkelijke droom van de eenheid van alle kennis ten behoeve van de waarheid en de vrijheid blijft onverminderd de drijfveer van de universiteit.