Kun je succesvol ouder worden? En wat is dat succes dan? ‘Het leven draait niet om winnen’, zei dominicanes Holkje van der Veer tijdens het ATT-symposium over vervagende leeftijdsgrenzen, op 31 oktober in Utrecht. ‘Het draait allemaal om hoe we omgaan met wat we ongevraagd krijgen.’

door Arjan Broers

Zr Holkje van der Veer aan het woord in de Academiezaal in Utrecht.

Zr. Holkje van der Veer o.p. was de slotspreker tijdens het jaarlijkse symposium van Thijmgenootschap, Adelbertvereniging en de Stichting Thomas More. Ze presenteerde zich niet als een wetenschapper, maar als ervaringsdeskundige die – een dominicaanse wezenstrek – over haar ervaringen reflecteert.

‘Ik ben pas 55, maar ik heb een grote voorsprong op jullie’, zei ze tegen de meest oudere toehoorders. ‘Als religieuze ben ik gewend met verschillende generaties samen te leven. En als draagster van het syndroom van Marfan ben ik al een leven lang vertrouwd met kwetsbaarheid.’

Zr. Holkje, lid van de dominicanessen van Neerbosch, geeft bovendien retraites voor ‘mensen met een bijzonder lichaam’, zoals ze het noemt. Komend jaar komt een boek van haar uit over de spiritualiteit van een bijzonder lichaam.

We beginnen pas

Stephan van ErpDe slottoespraak was de kers op een taart die eruit zag als een beginnersbaksel. De lezingen over ouderdom, levensduur en robotica maakten voelbaar dat we als samenleving pas net beginnen na te denken over wat onze toenemende levensduur te betekenen heeft – en dat is een ander vraagstuk dan hoe we de pensioenen en de zorg betalen. De meeste lezingen hadden dan ook een sterk verkennend karakter.

‘Het beeld van ouderdom verandert’, stelde prof. Stephan van Erp, dagvoorzitter en voorzitter van de wetenschappelijke raad van het Thijmgenootschap in zijn opening van de dag. ‘Ouderen van nu zijn anders oud dan dertig jaar geleden. De grenzen tussen de generaties zijn aan het vervagen. Misschien kunnen wij daaraan bijdragen.’

‘Ouderen zijn steeds meer van deze tijd’

Yolande KuinDe eerste lezing van de dag, die bezocht werd door ruim 160 mensen in de schilderachtige omgeving van het Academiegebouw aan het Domplein in Utrecht, werd verzorgd door Yolande Kuin, psychogerontoloog en gezondheidszorgpsycholoog. Zij bracht een aantal trends in kaart vanuit de stelling dat ouder worden steeds meer van deze tijd is.

Kuin, sinds mei van dit jaar zelf gepensioneerd, vindt de beeldvorming van ouderen erg stereotypisch. ‘Ouderen worden als een aparte groep gezien in de samenleving, als mensen die niet meedoen met de digitalisering, die zorg nodig hebben of profiteurs zijn van het Zwitserlevengevoel.’

Wie beter gaat kijken, moet erkennen dat er meer overeenkomsten dan verschillen zijn tussen oudere en jongere generaties. Dat blijkt onder meer uit ervaringen met het werkboek Groen en Grijs, waar Kuin aan meewerkte.

‘Vroeger waren er drie leeftijdsfases: de jeugd tot 20 jaar, de volwassenheid tot 65 jaar en ouderen waren 65-plus. Nu delen we de levensloop zo in: vroege jeugd tot 15, jongvolwassen tot 30, volwassen tot 60, actieve ouderdom tot 80, ouderdom met intensieve verzorging 80-plus.’

Een belangrijke uitdaging waar we als samenleving voor staan is het ondersteunen van werkende ouderen, stelde Kuin. ‘Minder dan twintig procent van de werkgevers vindt het belangrijk dat mensen geholpen worden om tot hun pensioen te blijven werken. Dat is zorgwekkend. We investeren nu in mensen ontzien – minder uren, meer vakantie – en maar zelden in scholing en vernieuwing.’

Ook de waardering van vrijwilligerswerk – veelal door ouderen gedaan – is een vraagstuk, stelde Yolande Kuin. ‘De rol van vrijwilligerswerk in de samenleving wordt niet erg serieus genomen, maar het vertegenwoordigt een economische waarde van ergens tussen de vijf en twintig miljard euro per jaar, afhankelijk van het uurtarief waarmee je rekent.’

Kuin verwacht dat ouderen zich in de toekomst steeds meer zullen laten gelden. ‘Ze zijn belangrijker voor de samenleving dan men denkt. Bovendien zijn ouderen, ondanks hun ervaringen van verlies die met de leeftijd komen, vaak tevredener en flexibeler dan jongere generaties.’

Ouderen doen al mee

Jasper KlapwijkJasper Klapwijk is politicoloog en bedrijfskundige, en werkzaam bij Woonzorg Nederland. Hij liet zien dat er op het gebied van wonen al een kanteling gaande is. Door de bezuinigingen en het aanjagen van participatie door achtereenvolgende regeringen zijn her en der initiatieven opgekomen voor nieuwe woonvormen. Ouderen spelen daarin een voortrekkersrol. Ze richten coöperaties op om mensen met een kleine beurs en een zorgbehoefte samen te laten wonen.

Zo wordt in Zwolle gebouwd aan de Knarrenhof: ouderen gaan samenwonen in een hofje. Zo zijn ze op zichzelf, maar toch beschermd en in een gemeenschap. Klapwijk: ‘Zulke hofjes bestonden zevenhonderd jaar geleden al, als armenhofjes! De initiatiefnemers van nu zijn vaak gepensioneerde professionals, mondig en kundig.’

Coöperaties hebben diepe wortels: de waterschappen in Nederland en de commons in Engeland stammen uit de Middeleeuwen. Klapwijk: ‘De woningcorporaties komen uit de negentiende eeuw, ze zijn later verstatelijkt en in de jaren 1990 vermarkt. Nu is er een derde golf zichtbaar: coöperaties die zorg, energie of glasvezelkabel organiseren.’

Er zijn inmiddels al meer dan honderd zorgcoöperaties in Nederland. Klapwijk pikte Hoogeloon in Brabant eruit. ‘Het is een succesformule’, zei hij. ‘Het is efficiënt, want het wordt gedragen door vrijwilligers. Er zijn alleen professionals nodig ter ondersteuning en facilitering. De tevredenheid bij de mensen die er wonen is groot, en de vrijwilligers zijn blij dat ze in hun dorp iets kunnen betekenen.’

Aandachtspunt blijft dat de overheid niet goed kan loslaten, signaleerde Jasper Klapwijk. “De overheid moet toezicht houden op misstanden, maar niet te veel gaan reguleren. Dat is ook onze schuld, als wij als burgers toch steeds van alles van de overheid vragen. Maar we moeten accepteren dat bij het zelf doen in de samenleving ook fouten horen en conflicten. Zoals bij de kleipoppetjes van Buurman en Buurman: twee klussers waarbij van alles misgaat en het toch steeds goed komt, maar dan anders dan gedacht.’

Uniek aanbod! Vijftig jaar leven erbij!

Martin BuijsenMartin Buijsen, hoogleraar recht en gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit, speelde in zijn lezing met de manieren waarop we naar ouderdom kijken. Zijn centrale vraag was een verkenning van het vraagstuk van intergenerationele solidariteit in de 21e eeuw, waarin mensen steeds ouder worden.

‘Ouderdom is een grof schandaal’, fleemde hij. ‘Verreweg de meeste mensen sterven eraan! Het is irrationeel om niet te investeren in de bestrijding van deze ongeneeslijke aandoening! Gelukkig bestaat er binnenkort CLE, Considerable Life Extension, waarbij u dankzij de biogerontologie vijftig, honderd of tweehonderd jaar extra leven kunt inkopen.’

Dit gezichtspunt leek onzinnig, maar we hebben het al meegemaakt: binnen enkele generaties is onze levensverwachting verdubbeld. Buijsen: ‘Wat betekent dat voor de samenleving? Iedere levensfase heeft een eigen waarde in de ontwikkeling: het geeft structuur, houdt tradities levend, voedt de grotere verbanden. Maar wat als er weer een verdubbeling van de levensduur zou komen? Bestaat er dan nog wel ernst en aspiratie, schoonheid en liefde zonder een beperkte levensduur? Is het more is better of moral is better?’

Volgens Martin Buijsen hebben zowel de voor- als de tegenstanders van het eindeloos verlengen van het leven gelijk. ‘Want mensen zijn individuen én deel van samenleving’, zei hij. ‘We hebben subjectieve én objectieve waarde, we zijn een reeks van ervaringen én we hebben een begin, een midden en een einde van ons verhaal nodig.’

De verwachting is algemeen dat we gemiddeld nog ouder zullen gaan worden, stelde Buijsen. ‘Maar het leven blijft kwetsbaar en fragiel – dat lijken onderzoekers wel eens te vergeten – en we blijven solidariteit nodig hebben: de bereidheid om een deel van het bestaansrisico van anderen samen te dragen, in het klein en in het groot.’

‘Zwakte dwingt tot waarheid’

Holkje van der Veer o.p.Terug naar de slottoespraak van Holkje van der Veer. Zij droeg enkele begrippen aan die het waard zijn verder te doordenken, vooral waar het gaat over de betekenis van ouder worden.

Kwetsbaarheid – Het syndroom van Marfan zorgt onder meer voor uitgerekt en kwetsbaar bindweefsel, een kromme ruggengraat, hart- en oogproblemen. Holkje beschreef hoe ze jarenlang probeerde een winnaar te zijn, zoals onze cultuur van winnaars houdt: ‘Ik zou de ziekte verslaan, geef nooit op! Ik wilde sterk en onafhankelijk zijn, ik was hard voor mezelf en mijn lijf en was niet bereid mijn zwakheid te tonen en om hulp te vragen. Ik begon voor mijn omgeving een lastig mens te worden.’

‘Mijn zwakte dwong me de waarheid te zien’, zei ze. Er was een aneurysma in de aorta en een dodelijke vermoeidheid voor nodig om haar te leren dat ze kwetsbaar is en niet zonder hulp kan.

‘Ik ging door een donkere nacht van operaties, herstellen en eindeloos wachten. Maar het heeft me ook gemaakt tot wie ik nu ben. Op dit moment ervaar ik mijn leven, en dat van ons allemaal, als een wonder, een kostbaar geschenk. Het leven draait niet om winnen, maar om hoe we omgaan met wat we ongevraagd krijgen.’

Tijd – Als ‘voorhoede’ van alle mensen die ouder worden en in fysieke zin minder kunnen, leerde Holkje van der Veer dat ‘ook wacht-tijd mijn leef-tijd is’. Doordat ze zo lang zo weinig kon, kreeg ze gaandeweg contact met de ruimte die de tijd is en, zo u wilt, de ruimte die wij zelf zijn: ‘Mogelijkheid tot aandacht, openheid, vertrouwen, scheppingskracht’.

Het verlangen om ondanks een lichamelijke beperking volledig te leven proeft Holkje ook bij de mensen die ze bij retraites begeleidt, in het Dominicanenklooster van Huissen. ‘Ik denk dat er behoefte is aan een nieuwe manier van leren’, zei ze. ‘We hebben een leerschool nodig voor vertrouwen, luisteren, ontvankelijk zijn en je laten veranderen door de stemmen van mensen van nu, en van mensen van vroeger, via de Schriften. Het gaat om een weten dat zich laat voeden door kennis die door je eigen hart heen is gegaan.’

Misschien ligt daar de grootste bijdrage die ouderen aan de veranderende samenleving kunnen geven: laten zien hoe je kunt blijven groeien in je leven. Niet door te doen en te presteren, zoals we in vroegere fasen van ons leven doen, maar door te zijn: aandachtig, flexibel, delend en wijs.